Naar wat ben je naar op zoek?

Psychoanalyse

Alle variaties op de psychoanalytische therapie van Freud worden onder de verzamelnaam psychodynamische therapie gebracht. Freud was zeker niet de enige, wel de bekendste.

Freud heeft zijn inzichten gesteund op de medische kennis van weleer. Vele termen in zijn woordenrepertoire geven dit weer. Denken we maar aan de modi van gedragspatronen die hij benoemt naar de ontwikkelingsfasen van het kind: symbiotisch, oraal, anaal, fallisch en genitaal

Ervaringen in de eerste levensjaren bepalen het functioneren als volwassene. Interpretaties zijn gebaseerd op de aanname dat seksuele en agressieve driften in de vroege kindertijd verdrongen zijn naar het onbewuste, en van daaruit nog steeds hun invloed uitoefenen.

Deze inzichten gaan ervan uit dat we vandaag zijn geworden door wat er in het verleden zich heeft voorgedaan en welke invloed dit op ons heeft gehad. Dit verleden zal ons bewust of onbewust ons huidig gedrag, denken en voelen bepalen.

Deze begeleiding zal werken aan de bewustmaking van vaak verdrongen gedachten en gevoelens, hieraan verklaringen geven en eventueel alternatieven voorstellen. Zo zal de klant zijn problemen beter aankunnen.

Er wordt gesteld dat er drie niveaus van bewustzijn zijn:

  • Bewuste:
    gedachten, waarnemingen, herinneringen die voor mensen direct toegankelijk zijn.
  • Voorbewuste:
    Deze informatie die betrekkelijk gemakkelijk naar het bewuste kan worden gehaald.
  • Onderbewuste:
    Alles wat verdrongen of vergeten is. Dit werkt echter als een stuwende kracht voor ons bewust functioneren.

De persoonlijkheid is opgebouwd uit 3 grote bouwstenen: Id, Ego en superego.

Deze 3 entiteiten zijn een gedachtenmodel; Deze zijn dus niet terug te vinden als aparte entiteiten in de hersenen.

Id: Het onbewuste deel van de persoonlijkheid.  Alle bio driften zoals honger, dorst, en seks. Het Id wordt gedreven door het lustprincipe en onmiddellijke bevrediging van de behoefte.

Superego: Zowel bewust, voorbewust als onbewust. De normen en waarden waar mensen zich door laten leiden (geboden en verboden). Men kan stellen dat het superego ‘het geweten’ is.

Ego: Zowel bewust, voorbewust als onbewust. Bemiddelaar tussen het Id en het Superego. Ondertussen rekening houdende met de beperkingen van de buitenwereld. Gezond betekent dat het ego er telkens in slaagt een evenwicht te bemiddelen tussen het Id en het Superego.

Er zijn later andere modellen ontstaan die hier gelijkenis mee tonen. Denken we aan de transactionele analyse waar ouder, kind en volwassene – zij het andere – een gelijkaardige betekenis hebben.

Het menselijk functioneren wordt bepaald door aangeboren drijfveren of driften van het Id. Voornamelijk de seksuele drift (libido of levensdrift) en agressie (doodsdrift) zijn hier de belangrijkste.

Het Ego moet deze driften proberen te uiten onder een beheerste vorm. Hiervoor maakt het onbewuste gebruik van afweermechanismen. Hiermee verdedigt het Ego zich tegen bewustwording van onaanvaardbare impulsen uit het onbewuste. Het bepaalt wanneer en op welke wijze driftuitingen zijn toegestaan.

Vrije associatie, weerstand, projectie en overdracht zijn begrippen uit de psychoanalyse.

Walsha ziet overdrachtsfenomenen als een belangrijke verklaring van de huidige voorkeuren en automatische reacties in ons huidig leven. Door een analyse te maken van de belangrijke anderen in onze kindertijd en te begrijpen welke emoties, gedachten en gedrag deze toen initieerden kunnen we het huidig gedrag, voelen en denken verklaren in specifieke contexten waar de automatische reacties plaatsvinden. Eenmaal dit in kaart gebracht kunnen we hier alternatief gedrag en innerlijke scripts voor ontwikkelen.

Positieve overdracht betreft gevoelens zoals liefde, waardering etc.

Negatieve overdracht betreft gevoelens zoals haat en agressie.