Naar wat ben je naar op zoek?

We onderscheiden twee soorten trauma’s. Bij het eerste soort is er één keer iets gebeurd wat traumatisch was voor jou. Dit heet een enkelvoudig trauma. Bij het tweede soort heb je meerdere nare ervaringen gehad over een langere periode. Dit heet een meervoudig of complex trauma.
De impact en de symptomen zijn naar gelang de ernst van het trauma echter gelijk.

De stoornis die zich hieruit kan ontwikkelen noemen we een Post Traumatische Stress Stoornis of kortweg PTSS.

Walsha Trauma 250

De symptomen van trauma ervaart iedereen anders. Over het algemeen denk je vaak terug aan de situatie en focus je je moeilijk op de realiteit.

Ook merk je misschien trauma in je lichaam. Het stressniveau van je lichaam is verhoogd, waardoor je voortdurend alert bent. Dit gaat soms samen met een verhoogde hartslag en ademfrequentie. Je kunt je dus steeds opgejaagd voelen zonder dat daar een duidelijke reden voor is.

Emotionele klachten kunnen elk moment van de dag op intrusieve wijze voorkomen.

Je kunt op verschillende momenten last krijgen van het trauma, zowel kort na de gebeurtenis, maar ook pas jaren later wanneer je dacht alles verwerkt te hebben. Door een trauma ontstaan ook andere problemen, zoals een depressie, angst en/of een laag zelfbeeld. Ook komen verslavingsproblemen voor. Hiervoor gebruik je verdovende middelen om je angst(en) te verminderen en te ontspannen. Misschien vermijd je ook wel bepaalde situaties en gedachten om met de stress en angst om te gaan.

Bij een trauma kunnen de volgende klachten voorkomen:

  • Flashbacks/nachtmerries
  • Concentratieproblemen
  • Angst/stress
  • Verdriet
  • Boosheid
  • Vermijdingsgedrag
  • Vermoeidheid
  • Hulpeloosheid
  • Prikkelbaarheid
  • Verhoogde bloeddruk/hartslag
  • Kans op depressie of verslavingsproblematiek

Bij een enkelvoudig trauma maakte je één keer iets heftigs mee, bijvoorbeeld een ongeluk of overval. Deze heel vervelende gebeurtenis heb je nog niet goed verwerkt en dit leidde vervolgens tot een trauma. Enkelvoudig betekent niet dat dit trauma minder erg is dan een meervoudig of complex trauma. Beide soorten kunnen veel grip hebben op jouw leven.

Als je voor een langere periode of meerdere keren iets vervelends meemaakt, is er een kans dat je een meervoudig trauma ontwikkelt. Voorbeelden hiervan zijn terugkerende mishandeling, herhaald seksueel misbruik of gepest worden. Doordat je meerdere malen te maken had met dezelfde trigger, kunnen de klachten hoog oplopen bij een meervoudig of complex trauma. Hierbij komen vaak ook andere klachten voor, zoals een angststoornis, een negatief zelfbeeld of verslavingsproblemen. Het is mogelijk dat een meervoudig of complex trauma je karakter en ontwikkeling beïnvloedt, omdat het ‘dieper’ in je systeem is opgenomen.

PTSS volgens DSM V wordt als volgt beschreven:

Betrokkene is blootgesteld aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwondingen en/of seksueel geweld op één (of meerdere) van de volgende manieren:

  1. Het is de persoon direct overkomen;
  2. De persoon was getuige van de gebeurtenis;
  3. Een direct familielid of vriend van de persoon is het overkomen;
  4. De persoon wordt herhaaldelijk blootgesteld aan nare details van de ingrijpende gebeurtenis(sen) (bijv. politieagenten die herhaaldelijk worden blootgesteld aan de details van kindermisbruik).

Criterium 4 is niet van toepassing op blootstelling via elektronische media, televisie, films of afbeeldingen, tenzij deze blootstelling werk gerelateerd is (dus wel bijvoorbeeld bij de politie).

Er moet sprake zijn van de onderstaande symptomen:

  1. Herbeleven

De traumatische gebeurtenis wordt voortdurend herbeleefd op één (of meer) van de volgende manieren:

  • Herhalende, zich opdringende herinneringen;
  • Onaangename dromen die gerelateerd zijn aan het trauma;
  • Handelen of voelen alsof het trauma opnieuw plaats vindt;
  • Heftige emoties als iemand eraan herinnerd wordt;
  • Lichamelijke reacties als iemand eraan herinnerd wordt.
  1. Vermijden
  • Aanhoudend vermijden van prikkels die gerelateerd zijn aan het trauma, zoals blijkt uit één (of twee) van de volgende symptomen:
  • Het vermijden van gedachten en gevoelens;
  • Het vermijden van plaatsen, mensen, voorwerpen en situaties.
  1. Negatieve gedachten en stemming

Negatieve veranderingen in gedachten en stemming gerelateerd aan de traumatische gebeurtenis, zoals blijkt uit twee (of meer) van de volgende symptomen:

  • Onvermogen om delen van gebeurtenis te herinneren;
  • Negatieve gedachten over zelf, anderen en de wereld;
  • Vertekende gedachten over consequenties en oorzaak van de gebeurtenis;
  • Negatieve emoties (angst, afschuw, woede, schuld, schaamte);
  • Afgenomen interesse en participatie in activiteiten;
  • Afgesneden of vervreemd voelen van anderen;
  • Niet in staat positieve emoties te ervaren
  1. Hyperactivatie

Aanhoudende symptomen van verhoogde prikkelbaarheid zoals blijkt uit twee (of meer) van de volgende:

  • Geïrriteerdheid en woede-uitbarstingen;
  • Roekeloosheid en zelfdestructief gedrag;
  • Hyperalertheid;
  • Overdreven schrikreacties;
  • Concentratieproblemen;
  • Slaapproblemen

Voor alle bovenstaande symptomen geldt: deze zijn begonnen of verslechterd na de traumatische gebeurtenis.

De duur van de stoornis is langer dan één maand.

De stoornis veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren, of het functioneren op andere belangrijke terreinen.

De stoornis kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel (zoals medicatie, alcohol) of aan een somatische aandoening.